Na het vinden van de moordenaar van Max’ buurvrouw Jennifer (zie “Ingrid”) genieten Max Winter en zijn assistente en vriendin (Cyber)Nel nog van een korte vakantie op het Franse eiland Porquerolles. Daar ontmoet Nel het lelijke en ongelukkige meisje Caroline, de dochter van het wereldberoemde fotomodel Valerie Romein. Caroline, die door haar moeder Karel wordt genoemd, is bezig met het schrijven van een boek.
Terug in Nederland wordt Max opgebeld door de moeder van Caroline. Karel/Caroline is verdwenen. Valerie geeft Max opdracht om Caroline op te sporen.
Het spoor leidt aanvankelijk naar Caroline’s biologische vader. De man van wie Caroline altijd dacht dat hij haar vader was, was dat namelijk niet. Het onderzoek krijgt een geheel andere wending als CyberNel toevallig een pas uitgekomen boek met de titel Een Klein Geschenk van ene Hedwige Larue leest. Ondanks dat Larue een debutante is, is het boek een bestseller. CyberNel herkent in dit boek een passage (over Max) uit het boek dat Caroline aan het schrijven was.
Ondertussen bezoekt Max de ouders van CyberNel in Feerwerd om zich maar eens voor te stellen. CyberNel is namelijk zwanger.
Wederom een heel aardig Max Winter mysterie. Net als Ingrid haalt dit boek evenwel niet het niveau van Cleopatra of Isabelle. Minpuntjes zijn het dwaalspoor, dat de zoektocht naar de echte vader van Caroline vormt, en de grote toevalstreffer van het ontdekken van de overeenkomsten tussen het boek van Hedwige Larue en dat van Caroline. Een kniesoor die daar op let.
Het boek werd opgedragen aan Stefan en Yvette (Thiesen). Met speciale dank aan Henk Bos en Stefan Thiesen en MindQuest.
VN´s Detective & Thrillergids schreef: “Amusant vijfde vrouwenavontuur van Max Winter. De lezer moet accepteren dat een bloedmooi Nederlands topmodel een gruwlelijke dochter heeft; én accepteren dat die gruwlelijke dochter een literair toptalent is. Dan is het een aardig mysterie dat uitgroeit tot een prachtig geplotte plagiaataffaire, met Max & Nel Winter én Thijssen als toppers” ***
Willy Wielek in de Trouw van zaterdag 1 december 2001 (“Zo Hollands als patat met mayo”):
“Felix Thijssen heeft (…) geen internationale aspiraties - zijn boeken zijn zo Hollands als patat met mayo. Erg fijn voor een keer. (…) Een aardig, ironisch, vlot geschreven verhaal. En op de een of andere manier een beetje lief. Dat heb je niet vaak bij thrillers.”
Menno Schenke in het Algemeen Dagblad van vrijdag 30 November 2001 (“Helden zonder gezicht”):
”Als je de boeken van Thijssen leest, denk je steeds: waar blijft de tv-serie? De auteur kan zelf zo een scenario produceren, want daarin is hij een erkend meester. In Caroline moeten Winter en zijn vriendin de verdwenen dochter van een mooi, maar ijskoud fotomodel zoeken. Het soepel lezende verhaal draait om seksueel misbruik, moord, schrijftalent en plagiaat van een roman. Caroline is echter niet zo spannend als de eerste en tweede Max Winter, Cleopatra en Isabelle. Vooral de plagiaataffaire smeert Thijssen erg ver uit. Felix Thijssen geeft zijn held echter wel een bron van conflicten mee voor de komende boeken: Max en CyberNel krijgen een kind! Dat is ongehoord burgerlijk in thrillerland: een speurder met een Beretta in zijn schouderholster of dashboardkastje wordt vader... Dat zal wat worden als Max Winter moet werken én op de baby passen omdat Nel een klus heeft.”
Gerben Hellinga in De Groene Amsterdammer van 2 maart 2002 (“Helden van licht kaliber”):
“Het eerste wat in Caroline van Felix Thijssen opvalt, is dat er geen vloeken en schuttingwoorden in voorkomen. Er wordt een keer `verdomme´ gezegd, en iemand zegt `fuck it´. Het boek maakt deel uit van een thrillerserie over vrouwen, en is kennelijk bedoeld voor een behoudend leespubliek.
Thijssen is een ambachtelijk schrijver, maar of hij zich met dit boek een vakman betoont, is maar de vraag. Een half boek lang laat hij een privé-detective op zoek gaan naar een verdwenen meisje, zonder dat er iets noemenswaardig gebeurt. Dan ontdekt de detective eindelijk het motief voor de verdwijning. Een redactrice heeft het dagboek gestolen van de gefrustreerde, lelijke dochter van een bloedmooie vrouw. De redactrice vermoordt het meisje, verandert de tekst in een roman en wordt een beroemd schrijfster. Dat is een fascinerend gegeven. Je vraagt je af waarom de schrijver ons dit drama niet laat meebeleven in scenes die zinderen van spanning. In plaats daarvan wordt het misdrijf geleidelijk ontrafeld in stijve dialogen en rommelige, onmuzikale zinnen, waardoor zo´n groot thema ongeloofwaardig wordt. Hij kan lyrisch zijn - `Haar borsten waren o groot als bosdruiven´ - of bizar - `Op dat revisionistische kronkelpad was het veranderen van de ene geheime vader in een andere niet meer dan een kanttekening´ - of geforceerd - `Alles rook naar zeep, geestelijke volksgezondheid en zindelijke voornemens, waarbij gedachten aan aanhalige mongolen taboe waren en er zelfs niet op z´n tijd gemasturbeerd kon worden´.
Voorts ventileert de ikfiguur Max Winter voortdurend onbenullige, Leefbaar Nederland-achtige opinies: er zijn teveel mensen in Nederland, kinderen kijken te veel naar de televisie et cetera.
Misschien houden lezeressen van zo´n hork als hoofdpersoon? Het resultaat is een houterige, zielloze, gemakzuchtig uitgewerkte whodunit.”
“Caroline ist ein gut geschriebener, solider Krimi. Das besondere Plus sind die beiden sympathischen Hauptfiguren Max Winter und seine Freundin Nel, die mit viel Humor und einer unkonventionellen Vorgehensweise den Fall um die verschwundene Caroline lösen. Max Winter ist herrlich bissig, bisweilen zynisch, und Nel glänzt durch ihre Schlagfertigkeit und ihr verblüffendes Wissen über alles was mit Computern zu tun hat. Auch die anderen Figuren werden dem Leser durch eine kurze und knappe Charakterisierung näher gebracht: die schöne und oberflächliche Mutter, die überforderten Großeltern, die hässliche Tochter, die von ihrem Durchbruch als Schriftstellerin träumt.Die Handlung ist schlüssig und vielschichtig mit einer interessanten Wendung. Kein Buch, an dessen Geschichte man sich noch jahrelang erinnern wird oder das im Stile eines Henning Mankells ein gesellschaftliches Problem anprangert. Dafür aber ein ordentlicher Krimi, der gut zu langen Winterabenden auf dem Sofa passt.” (Swea Schilling, 21.01.2004 www.zdf.de)